ICT en de toekomst van de vrije tijd


Artikel verschenen in EMNET / Nieuwsbrief Elektronische Media, 14 juni 1997. Werd ook gepubliceerd in KUBIT 4(5), mei - juni 1997.


Tien jaar bestond de vakgroep Vrijetijdwetenschappen van de Katholieke Universiteit Brabant, wat aanleiding gaf tot de 'Dag van de Spelende Mens' op 30 mei jongstleden in de Tilburgse schouwburg. Onderdeel van deze dag was een maar liefst drie uur durende forumdiscussie over het thema 'De impact van informatie- en communicatietechnologie (ICT) op de vrijetijdsmarkt' onder leiding van Maurice de Hond. Het idee was een discussie langs drie lijnen: ICT als bron van vrijetijdsbesteding; als managementtool in de vrijetijdsbranche en de invloed op de organisatie van die branche. Helemaal uit de verf kwam dat idee niet, voornamelijk door een te heterogeen forum, overigens opvallend genoeg enkel mannen en vooral mannen die graag stokpaardjes mochten berijden. De discussie werd afgesloten met een Infototo, speels gepresenteerd door quizmaster de Hond.

Kinderschoenen en grote sprongen

In zijn inleiding schetste de Hond in grove lijnen de veranderingen die de maatschappij volgens hem de komende jaren te wachten staan. Herhaaldelijk werd benadrukt dat ICT nog in de kinderschoenen staat en dat sceptici dienen te bedenken dat weinigen bij de introductie van een aantal majeure innovaties in het verleden - telefonie, televisie, auto - de huidige maatschappelijke gevolgen zouden hebben durven voorspellen. Internet voegt ogen toe aan de oren en stem van de telefonie, waarmee mensen in nog meer gevallen dan tot nu toe de keuze hebben om fysieke afstand niet te overbruggen teneinde met anderen te communiceren. Ook aanbieders van diensten en produkten zijn door Internet minder aan fysieke aspecten gebonden. Het huidige suffig uitziende reisbureau kan vervangen worden door op de wensen van de individuele consument toegesneden virtuele reisbureaus: een voor de wintersporters, een voor de zonzoekers enzovoorts. Virtuele werelden kunnen ook een belangrijke rol gaan spelen in de vrijetijdsbesteding van mensen, bijvoorbeeld als ontmoetingsplaats. Internet-spellen, chat-kanalen en nieuwsgroepen vormen hiervan een eerste voorbeeld. De Hond ondersteunde zijn betoog met een aantal voorbeelden zoals die nu op het World Wide Web te vinden zijn: het Internet Travel Network en LeisureHunt. Meer voorbeelden zijn te vinden op de speciaal voor deze dag ontworpen pagina's. Bij deze voorbeelden dient bedacht te worden dat de ontwikkelingen nog maar juist zijn begonnen, en daarom zijn deze sites het best te karakteriseren als automatisering van bestaande diensten, aan echte innovaties ontbreekt het nog.

ICT in onze kleren

Zoals gezegd kwam de forumdiscussie nauwelijks op gang, vandaar dat hier volstaan wordt met een korte weergave van enkele onderwerpen. Cees de Bont, gedragswetenschapper werkzaam bij Philips op het grensvlak van technologie en behoeften van consumenten, memoreerde dat eerste experimenten met 'wired communities' laten zien dat de impact van ICT tot nu toe veel minder groot is dan aanvankelijk werd aangenomen. Hij onderscheidt de domeinen thuis, school / werk en mobiel en verwacht vooral op dat laatste vlak veel ontwikkelingen waarbij door verdere miniaturisering veel apparatuur met kleding zal samengaan. De snelheid van de ontwikkelingen zal door het menselijk vermogen tot absorptie worden bepaald. 'Ease of use' is daarom van belang.

Hans Mommaas, voorzitter van de vakgroep Vrijetijdwetenschappen is vooral geïnteresseerd in de relatie arbeid / vrije tijd en vraagt zich af welk domein gaat domineren. De arbeid wordt speelser, maar dringt door de continue bereikbaarheid ook steeds verder het domein van de vrije tijd binnen. Met andere woorden: thuiswerken is leuk maar heeft zijn bedenkelijke kanten. Wat betreft aanbod op de vrijetijdsmarkt verwacht hij meer concurrentie. Werknemers en consumenten worden steeds meer gecontroleerd respectievelijk gevolgd door de mogelijkheden die ICT biedt. Paradoxaal is ook dat fysieke contacten dichtbij verder onder druk komen te staan, terwijl anderzijds contacten met gelijkgestemden wereldwijd toenemen. Hij lijkt met name bevreesd dat de virtuele contacten de fysieke contacten zullen gaan verdringen.

Fred Schipper, projectleider bij Trendbox Strategisch Marktonderzoek stelt vast dat Internet nu vooral door jongere, hoogopgeleide en meer dan modaal verdienende mensen wordt gebruikt. Wil het Internet andere groepen aantrekken dan zal het aanbod moeten veranderen. Voor de vrijetijdsbesteding verwacht hij weinig consequenties. Een belangrijke trend in de toekomst is vergrijzing, aanbieders dienen in te spelen op de vraag naar hoogwaardige diensten van deze groeiende groep.

Infototo

Al met al een bevestiging van het oude spreekwoord dat voorspellen moeilijk is, vooral waar het de toekomst betreft. Wellicht dat de Infototo, ingevuld door een publiek van 150 voornamelijk sociale wetenschappers daarom wat meer inzicht geeft in hoe men tegen de consequenties van ICT aankijkt. Bij de Infototo wordt het publiek gevraagd aan te geven of ze het eens, of oneens zijn met een aantal stellingen en tevens om te schatten hoeveel procent van alle invullers het met de gegeven stelling eens zal zijn. De stellingen en de percentages eens waren:


De tien stellingen EENS
1. ICT zal het vrijetijdsgedrag in de komende tien jaar niet wezenlijk veranderen 62 %
2. De overheid kan beter in ICT investeren dan in zaken als de Betuwelijn en Maasvlakte 32 %
3. ICT maakt ons informatiemoe 54 %
4. ICT drijft de individualisering tot haar hoogtepunt 42 %
5. De invloed van ICT op het alledaagse leven in de nabije toekomst wordt zwaar overdreven 57 %
6. ICT zou veel nadrukkelijker onderwerp van wetgeving moeten zijn 68 %
7. ICT bevordert een tweedeling in de maatschappij tussen haves en have-nots 81 %
8. ICT vormt een grote bedreiging voor de privacy 71 %
9. Door ICT zijn werk en vrije tijd in de toekomst niet meer te scheiden / 65 % eens 65%
10. Als ik alles overzie ben ik blij met de ICT-ontwikkelingen tot nu toe 50-74%

Nauwelijks invloed, hooguit negatief

Wat toch het merkwaardige en pessimistische beeld oplevert dat men blij is met de huidige stand van ICT (10), daarvan echter geen grote invloeden verwacht in de nabije toekomst, noch op het gebied van vrije tijd (1), noch meer in het algemeen (5). Dat rijmt wat moeilijk met het gegeven dat wel negatieve gevolgen verwacht worden als information overload (3), tweedeling (7), bedreiging van de privacy (8) en het domein van de vrije tijd (9), terwijl toch nog ruim 40 procent een verdere individualisering verwacht (4). Van de overheid wordt (daarom ?) meer regelgeving verwacht (6), maar geen belangrijke investering zoals de Hond bepleit (2).

Als de vakgroep Vrijetijdwetenschappen haar 25ste verjaardag viert in 2012, wat ik haar van harte toewens, is er wellicht een interessante forumdiscussie te voeren met bovenstaande stellingen en percentages als uitgangspunt.

Hans Roes
Bibliotheek Katholieke Universiteit Brabant